West-Nijl virus

Het Westnijlvirus wordt overgedragen door een beet van een besmette mug. De muggen die het virus overdragen zijn vaak tussen schemering en zonsopgang actief.

Het virus komt in meer dan honderd verschillende muggen voor en brengen dit virus over aan mensen, vogels, muggen, paarden en andere zoogdieren. Het virus kan niet van mens op mens overgedragen worden.

Symptomen

De incubatietijd voor de ziekte varieert tussen 2 en 15 dagen na de beet. 8 van de 10 mensen die besmet zijn met het Westnijlvirus onwikkelen geen symptomen.

Daarnaast ontwikkelen 1 op de 5 mensen die besmet zijn met het Westnijlvirus helemaal geen symptomen.

Meestal verloopt de ziekte met milde griepachtige symptomen zoals koorts, spierpijn, hoofdpijn, huiduitslag en vergrote lymfeklieren. In zeldzame gevallen ontwikkelt zich een ernstige vorm van hersen(vlies)ontsteking.

Bescherming & Behandeling

Preventieve maatregelen tegen het virus bestaan uit het slapen onder een geimpregneerde klamboe en het gebruik van een geschikt anti-muggen product om muggenbeten in de getroffen gebieden te voorkomen.

Omdat er geen vaccin of antivirale behandeling beschikbaar is, zullen geinfecteerde personen de symptomen verlichten met zelfzorggeneesmiddelen. Patiënten die aan een ernstig geval lijden worden in het ziekenhuis opgenomen om een.

Als u vermoedt dat u of een familielid het Westnijlvirus heeft, neem dan contact op met uw arts.

Risicogebieden